Opdracht 1a: Wat ziet je op de onderstaande foto?

Opdracht 1b:  En wat zie je nu? Noem maar 1 woord.

Opdracht 1c: En wat zie je nu? Noem weer maar 1 woord

Opdracht 1d: Overleg met de persoon naast je.

Wanneer is iets volgens jullie nog steeds een auto? Kom samen tot 1 conclusie


Opdracht 2 a: Stel dat je iedere dag een uur kon vliegen.... Wat zou je doen?

Schrijf dit op in je schrift.

Opdracht 2b:  Bespreek nu met een klasgenoot wat jullie zouden doen.


Opdracht 3: a) Maak nu drie stapeltjes met ieder 5 kaarten.

-Schrijf op de kaarten van stapeltje 1:  Wie   = 5 verschillende dieren/mensen

-Schrijf op de kaarten van stapeltje 2:  Wat   = 5 verschillende voorwerpen

-Schrijf op de kaarten van stapeltje 3:  Waar = 5 verschillende plaatsen.

 

Schud de kaarten nu per stapeltje en leg ze klaar.

Opdracht 3b)

Pak van ieder stapeltje het bovenste kaartje. Maak van de 3 woorden samen een kort verhaaltje.

Doe dit nu 3 keer.

Opdracht 3c: Deel jouw beste verhaaltje met je klasgenoot.