Opdracht 2a)   We gaan nu samen naar jouw eigen leerstijl kijken.

 

Oefening 1: horen

Schrijf de getallen van 1t/m 10 op je blaadje

Je leraar noemt tien woorden, elk woord één keer. Luister goed en probeer ze te onthouden.

Nadat je ze alle 10 gehoord hebt mag je ze opschrijven

 

 

Oefening 2: zien

Je leraar laat tien woorden zien. Je krijgt elk woord even te zien. Kijk goed.

Na 1 minuut mag je ze opschrijven

 

Oefening 3: doen!

Je verdeelt een vel papier in 10 hokjes. Knip die uit, zodat je 10 kleine stukjes papier hebt.

Op het bord komt steeds een woord te staan, dat daarna direct weer wordt uitgeveegd. Jij

schrijft dat woord meteen op een briefje en legt daarna het briefje omgekeerd naast je neer.

 

Oefening 4: Horen, zien en doen!

De vierde oefening: horen, zien en doen

Je verdeelt een vel papier in 10 hokjes. Knip die uit, zodat je 10 kleine stukjes papier hebt.

Je krijgt steeds een woord te zien. Bovendien wordt het woord één keer duidelijk uitgesproken.

Dan gaat het woord weg en jij schrijft het daarna meteen op. Je moet dus eerst goed kijken en

luisteren en daarna pas het woord op schrijven. Na het opschrijven draai je het blaadje om.

antwoorden na. Als een antwoord goed is, zet je er een krulletje achter. Schrijf hieronder op

 

 

Opdracht 2b)

hoeveel jij er goed had bij elke oefening?

Oefening 1 horen …………..goed

Oefening 2 zien …………..goed

Oefening 3 doen …………..goed

Oefening 4 horen, zien en doen …………..goed

 

Hoe leer jij het beste?

□ door horen

□ door zien

□ door doen

□ door horen, zien en doen

Wat betekent dat voor jouw manier van huiswerk leren?